Energiedrankjes worden in de markt gezet als oppepper voor lichaam en geest. Uit onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat bijna de helft van de jongeren niets merkt van het zogenoemde stimulerende effect. Tweederde van de jongeren krijgt zelfs te maken met nadelige effecten van het drinken van energiedrankjes. Ze ervaren klachten, zoals moeilijk kunnen slapen of rusteloosheid.
Dat zijn de belangrijkste resultaten uit een onderzoek in opdracht van het Voedingscentrum, uitgevoerd door onderzoeksbureau Qrius. Het onderzoek werd gehouden onder 766 kinderen van 11 tot en met 18 jaar. Jongeren denken dat energiedrankjes een grotere oppepper geven dan koffie. Dat is een misvatting: in een kopje koffie zit evenveel cafeïne als in een blikje energiedrank (250 ml).
Bijna de helft merkt eigenlijk niets van een opwekkend effect. Ze worden er niet op een positieve manier actiever van. En dat terwijl tweederde van hen wel vervelende klachten krijgt: ze worden druk en hyperactief en kunnen maar lastig de slaap vatten. “Ik kan me niet concentreren en word snel boos”, zegt iemand. “Ik word er best vaak moe van”, meent een andere respondent. Jongeren die meerdere energiedrankjes per dag drinken dan het gemiddelde, zeggen ook meer te maken hebben met deze negatieve effecten. Jongeren kunnen dus beter de drankjes niet drinken met de verwachting een ‘energyboost’ te krijgen.
De onderzoeksresultaten onderschrijven de bestaande adviezen van het Voedingscentrum, om het gebruik van cafeïnerijke producten te matigen. Het Voedingscentrum ontraadt het gebruik van cafeïne voor kinderen onder de 13 jaar. Jongeren tussen de 13 en 18 jaar wordt aangeraden om de consumptie van cafeïnerijke producten zoals koffie en energiedrankjes te beperken tot maximaal 1 consumptie per dag.
(Bron: Voedingscentrum)